Curator beschikt over creditsaldo
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 26 november 2019, Rechtspraak Insolventierecht 2020/17
Is het beschikken over creditsaldi op de bankrekening van de failliet door de curator onrechtmatig tegenover de bank?
1. Inleiding
De vraag is of een curator onrechtmatig jegens de bank handelt, indien hij creditsaldi van de failliet overboekt en daardoor de bank de mogelijkheid van verrekening ontneemt. Voor de beantwoording van die vraag lijkt de bijzondere positie van zowel de bank als de andere deelnemers aan het girale betalingsverkeer (in het bijzonder de rekeninghouder) van belang. Enerzijds leidt die uitzonderingspositie van de bank niet tot een uitbreiding van haar verhaalspositie (vgl. HR 8 juli 1987, NJ 1988/104 Loeffen q.q./Bank Mees & Hope I). Anderzijds zou haar bijzondere positie ook niet tot een nadelige verhaalspositie in faillissement ten gunste van een of meer andere deelnemers moeten leiden. Dat lijkt in deze zaak aan de orde.
2. Vooraf
Een aantal onderwerpen lijkt, wellicht mede door de gekozen processtrategie, de uitkomst van deze zaak te kleuren. Kennelijk had Rabobank geen ‘harde’ zekerheid voor de contragarantie bedongen, zoals een reeds geblokkeerd saldo voor het bedrag van de bankgarantie. De beweerdelijke bevoegdheid van de curator tot gebruik van internetbankieren na datum faillissement kon het hof tamelijk kort afdoen (ten nadele van de bank). De persoonlijke aansprakelijkheid van de curator speelt geen rol.
3. Verschillende benaderingen
Rechtbank en hof oordelen beide dat geen sprake is van een onrechtmatige daad van de curator. Zij hanteren verschillende benaderingswijzen. De rechtbank beoordeelt eerst of Rabobank een verrekeningsbevoegdheid heeft. Bij een bevestigend antwoord moet zij beoordelen of de curator onrechtmatig heeft gehandeld. Aan die laatste beoordeling komt de rechtbank niet toe: de vordering van de bank ontstond pas door het inroepen van de huurgarantie, zodat zij op datum faillissement nog niet bestond en Rabobank geen beroep op verrekening ex art. 53 Fw toekomt. Het hof beoordeelt meteen het onrechtmatig karakter van het handelen van de curator. Het overweegt dat een verrekeningsmogelijkheid voor Rabobank in beginsel niet de conclusie zou rechtvaardigen dat de curator jegens de bank onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof hoeft daarom geen uitspraak over het verrekeningsberoep van Rabobank te doen.
4. Contragarantie: verrekenbare vordering?
Voor Rabobank als schuldeiser van gefailleerden bestaat een verrekeningsbevoegdheid indien schuld (uit rekeningcourant) en vordering (uit contragarantie) zijn ontstaan voor faillietverklaring of voortvloeien uit handelingen, voor de faillietverklaring met de gefailleerden verricht (art. 53 Fw). De huurgarantie en contragarantie zijn beide voor datum faillissement tot stand gekomen. De contragarantie betreft een contractuele regresverhouding. De daaruit voortspruitende vordering is ten tijde van de faillietverklaring, anders dan de rechtbank overwoog, geen toekomstige vordering. Zij is een reeds bestaande vordering, zij het onder (opschortende) voorwaarde van betaling door de bank onder de (huur)garantie (vgl. HR 16 oktober 2015, RI 2016/2 (De Lage Landen/Van Logtestijn q.q.), ro. 3.3.2).
5. Verrekening
Het verrekeningsrecht in faillissement is ruimer dan daarbuiten en ziet uitdrukkelijk mede op voorwaardelijke vorderingen: “De uitbreiding aldus aan het compensatierecht gegeven, steunt op de overweging, dat de billijkheid medebrengt, dat iedere schuldeischer van den boedel, dus ook de voorwaardelijke, zijn schuld aan den boedel, ook al is zij voorwaardelijk, als een onderpand mag beschouwen voor de richtige betaling zijner vordering; de schuldvergelijking in het middel dat hem wordt gegeven, om zijne vordering op dit onderpand te verhalen.” (MvT art. 53 Fw (Van der Feltz, I, p. 462). Rabobank is zowel schuldenaar als schuldeiser van gefailleerden. Omdat zowel de schuld als de (voorwaardelijke) vordering zijn ontstaan voor de faillietverklaring, is de bank bevoegd haar schuld met de vordering te verrekenen.
6. Onrechtmatige daad?
Door het overboeken van de creditgelden voordat de bank haar positie in het faillissement redelijkerwijs had kunnen beoordelen en mogelijk zelfs voordat de bank redelijkerwijs van het faillissement op de hoogte had kunnen zijn, heeft de curator het verrekeningsrecht van de bank gefrustreerd. Onder die omstandigheden lijkt de curator inbreuk te hebben gemaakt op het verrekeningsrecht van de bank ex art. 53 Fw, althans gehandeld te hebben met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt en daardoor onrechtmatig (art. 6:162 BW). Dat lijkt anders zodra de bank van het faillissement kennis had (of had behoren te hebben). Vanaf dat moment zou zij zelf initiatief tot blokkering van de rekening moeten nemen. Ten onrechte geeft het hof nu voorrang aan de belangen van de gezamenlijke schuldeisers voor wie de curator exclusief bevoegd is en belast is met het beheer en de vereffening van het vermogen (art. 68 Fw), waaronder het innen van vorderingen. Alleen wanneer de bank separatist zou zijn, zou de bank een bijzondere positie hebben, aldus het hof. Het hof ziet er echter aan voorbij dat de bank (net als alle andere schuldeisers) ook een bijzondere positie heeft wanneer zij schuldenaar en schuldeiser is en over een (voorwaardelijke) vordering op de boedel als onderpand beschikt.
7. Bijzondere posities in het girale betalingsverkeer
Het huidige girale betalingsverkeer leidt tot bijzondere posities van de deelnemers. De bank mag van haar bijzondere positie geen misbruik maken door inbreuk op de onderlinge gelijkheid van crediteuren. Dat is vaste rechtspraak sinds HR 8 juli 1987, NJ 1988/104 (Loeffen qq/Bank Mees & Hope I). Ook de (curator van de) rekeninghouder heeft door de mogelijkheid van internetbankieren een bijzondere positie. Incasso van vorderingen op de bank wordt door gebruikmaking van internetbankieren door de curator eenvoudiger dan incasso van vorderingen op andere debiteuren. Dat enkele gegeven mag uiteraard geen rechtvaardiging zijn voor een inbreuk op een (wettelijk) recht van de bank als schuldeiser (in het bijzonder haar onderpand bestaande uit creditgelden). De bank mag niet profiteren van haar bijzondere positie, maar de bijzondere positie van een andere deelnemer mag ook niet tegen haar gebruikt worden.
J.A. Stal
Publicaties van Jeroen Stal
2021
- Heeft de gefailleerde recht op inzage in de niet-openbare informatie van het faillissementsdossier? (Lips/curatoren), Rechtspraak Insolventierecht 2021/39
- Staat opheffing van het faillissement bij gebrek aan baten in de weg aan een procedure tegen de curator pro se? (faillissement Breinverruimers), Rechtspraak Insolventierecht 2021/30
- Kwalificeert schending van art. 2:10 en/of 2:394 BW als voldoende ‘persoonlijk verwijt’ voor een bestuursverbod? (OM/bestuurder), Rechtspraak Insolventierecht 2021/16
- Is bij een doorstart sprake van overgang van onderneming? (FNV/Vleems c.s.), Rechtspraak Insolventierecht 2021/5
2020
- Hoe dient vernietiging van een samenstel van rechtshandelingen plaats te vinden (curatoren Cerentino/Crescendo Belgium), Rechtspraak Insolventierecht 2020/100
- Is een curator in persoon overtreder van een besluit op grond van milieuwetgeving? (curator North Refinery/GS Groningen), Rechtspraak Insolventierecht 2020/84
- Bestaat een reële mogelijkheid voor beroep op Garantstellingsregeling en uitzicht op baten die opheffing verhinderen? (Verzoeksters/mr. Geelen q.q.), Rechtspraak Insolventierecht 2020/66
- Kan een enquête worden gelast naar de periode van voorlopige surseance van betaling of faillissement en het handelen van de bewindvoerder of de curator? (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/44)
- Wanneer moet de curator een boedelschuld voldoen? Is rente in geval van niet-nakoming van een boedelschuld ook boedelschuld? (B.V./curatoren Paperlinx) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/37)
- Is het beschikken over creditsaldi op de bankrekening van de failliet door de curator onrechtmatig tegenover de bank? (Rabobank/mr. Platteeuw q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/17)
- Kan een pandrecht op een assurantieportefeuille worden gevestigd? (ING Bank/mr. Thielen q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/2)
2019
- Beëindiging surseance van betaling (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/93)
- Renvooi en uitleg faillissementsakkoord (Garda/Lehman) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/61)
- Uitwinning hypotheekrecht voor vordering op schuldenaar die niet meer bestaat (Rechtspraak Insolventierecht 2019/56)
- Bevel r-c (MC Slotervaart) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/46)
- Natuurlijke persoon als borg: zakelijke of particuliere borgtocht? (JOR 2019/258)
- Verjaring vordering op niet meer bestaande rechtspersoon? (JOR 2019/115)
- Kan een rechtspersoon in staat van insolventie komen te verkeren als zich geen schuldeisers hebben gemeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/36)
- Is schuldeiser gebonden aan vaststellingsovereenkomst van curator? Is bestuurder aansprakelijk voor onbetaald laten van een factuur? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/33)
- Litigation Funding 2019: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2019, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Is inkoop ter veiling van een verhypothekeerde woning door de bank en doorverkoop met winst zonder deze ten gunste van de hypotheekgever te brengen, een schending van de zorgplicht? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/13)
- Leidt verrekening die in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, tot onverschuldigde betaling? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/5)
2018
- Dispute Resolution 2018: Netherlands (in: M. Davies en K. Bakhda (eds.), Dispute Resolution 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Litigation Funding 2018: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Mag de rechtbank tot homologatie van het faillissementsakkoord overgaan? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/94)
- Heeft de huisaccountant/fiscalist een beroepsfout gemaakt bij de advisering rondom bedrijfsovername? Is sprake van schending klachtplicht en eigen schuld? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/87)
- In hoeverre is bij een doorstart in een faillissement sprake van overgang van onderneming? Kan het Smallsteps-arrest analoog worden toegepast? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/75)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/65)
- Is de bank jegens aandeelhouder(s) van een kredietnemer aansprakelijk als buitensporige tegenprestaties bij verruiming van het (nood)krediet het faillissement van kredietnemer tot gevolg hebben? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/56)
- Is de (register)accountant die optreedt als curator onderworpen aan tuchtrechtspraak voor accountants? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/36)
- Geldt art. 57 lid 3 Fw ook als na omslag van de faillissementskosten per saldo niets aan de Ontvanger kan worden uitgekeerd? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/20)
- Is een levensverzekering een hoogstpersoonlijk recht? Kan een afkoopverbod aan de curator worden tegengeworpen? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/3)
2017
- Dispute Resolution 2017: Netherlands (in: S. Lamb (ed.), Dispute Resolution 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Moet de accountant een afschrift van het ongeanonimiseerde boetebesluit van de AFM aan de curatoren van de controlecliënt afgeven? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/103)
- Is beëindiging van assurantiebemidde-lingsovereenkomsten en overneming van portefeuillebeheer toegestaan? Ziet art. 54 lid 1 Fw op gecreëerde verrekenbare schulden? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/81)
- Is intrekking van de voorlopige surseance van betaling mogelijk? Wat is de verhouding met een buitenlandse herstructureringsprocedure? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/60 en 61, 2017/71 en 72)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/52)
- Verjaring van vordering op hoofdschuldenaar. Vraag of borgtocht op grond van art. 7:853 BW is tenietgegaan. (JOR 2017/81)
- In hoeverre bestaat causaal verband tussen onbevoegde kredietopzegging en het faillissement van kredietnemer? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/35)
- Is het overnemen van activiteiten voorafgaand aan faillissement onrechtmatig of paulianeus? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/31)
- Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/13 en 2017/14)
- Geldt het afdwingen van doorlevering van diensten gedurende de afkoelingsperiode als gestanddoening in de zin van art. 37 Fw? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/12)
- Litigation Funding 2017: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2016)
- Hebben beschikkingshandelingen van de curator, verricht na vernietiging van de faillietverklaring en voor het in kracht van gewijsde gaan daarvan, goederenrechtelijke werking? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/4)
2016
- Rabobank/Verdonk q.q.: onrechtmatig handelen en persoonlijke aansprakelijkheid van de curator, FIP 2016/194
- Hoe moet een hypotheekakte worden uitgelegd met het oog op het tenietgaan van het hypotheekrecht? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 109)
- Leidt wanprestatie van de externe insolventieadviseur tot een onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers die in hun verhaal zijn benadeeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 86)
- Wanneer verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van een verificatievergadering? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/64)
- Heeft een crediteur in faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/55)
- Heeft de failliet recht op afgifte van / inzage in het proces-verbaal van een getuigenverhoor? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/43)
- Borgtochtovereenkomst. Verjaring. Nu vordering op gefailleerde en ontbonden hoofdschuldenaar niet is verjaard, is borgtocht niet geëindigd ex art. 7:853 BW (JOR 2016/101)
- Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/32)
- Hoe dient een cao-bepaling over bijzonder arbeidsvoorwaarden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever na faillissement te worden uitgelegd? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/26)
- Is een curator bevoegd tot indiening van een enqueteverzoek? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/15)
- Naar welk criterium dient het salaris van de curator na vernietiging van de faillietverklaring te worden vastgesteld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/5)
Corporate | Litigation