Zorgplicht bij hypotheekexecutie
Rechtbank Midden-Nederland 1 augustus 2018, Rechtspraak Insolventierecht 2019/13
Is inkoop ter veiling van een verhypothekeerde woning door de bank en doorverkoop met winst zonder deze ten gunste van de hypotheekgever te brengen, een schending van de zorgplicht?
Zorgplicht van de bank
Een relatie tussen een bank en haar klant waarin sprake is van hypothecaire kredietverlening, kent een aantal overeenkomsten: in ieder geval de overeenkomst van geldlening en die van hypotheekvestiging. De rechtsgevolgen tussen partijen volgen uit die overeenkomsten. Zij worden, naar de aard van die overeenkomsten en indien nodig, aangevuld door de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 1 BW). In bancaire relaties geldt een zorgplicht. Zij vloeit (via art. 2 Algemene Bankvoorwaarden) uit de overeenkomst(en) zelf voort. Jegens particulieren geldt bovendien een bijzondere zorgplicht: ‘De maatschappelijke functie van banken brengt een bijzondere zorgplicht mee, zowel jegens haar cliënten uit hoofde van de met hen bestaande contractuele verhouding (…)’ (HR 9 januari 1998, MeesPierson/Bos). Het betreft, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, een aanvulling van de rechtsgevolgen op basis van de redelijkheid en billijkheid.
Zorgplicht bij executie
Aangenomen wordt dat de (bijzondere) zorgplicht ook bestaat bij de uitoefening van het executierecht door de bank. Zij zal met de belangen van de geëxecuteerde (haar klant) mede rekening moeten houden. Zij heeft dat in dit geval onvoldoende gedaan. Ten eerste heeft de bank onvoldoende duidelijk kunnen maken waarom zij voor executoriale verkoop heeft gekozen in plaats van voor onderhandse verkoop (op basis van een volmacht). Ten tweede heeft zij een laag openingsbod gedaan met als doel biedingen uit te lokken. Toen die hogere biedingen niet kwamen, had zij niet tot gunning aan haarzelf moeten overgaan. Zij had alsnog onderhands moeten proberen te verkopen. Of zij had wel mogen gunnen, maar een eventuele latere meeropbrengst in mindering op de restantvordering moeten brengen. Door niet zo te handelen, heeft de bank haar zorgplicht geschonden.
Gevolg van het schenden van de zorgplicht
Het schenden van de zorgplicht leidt tot schadeplichtigheid. Het betreft immers de niet-nakoming van een verbintenis (uit overeenkomst). De rechtbank stelt de schade van eisers vast op de gemiste meeropbrengst van € 300.000. Deze moet in mindering op de restantvordering van de bank worden gebracht.
Publicaties van Jeroen Stal
2019
- Is inkoop ter veiling van een verhypothekeerde woning door de bank en doorverkoop met winst zonder deze ten gunste van de hypotheekgever te brengen, een schending van de zorgplicht? (rechtspraak Insolventierecht 2019/13)
- Leidt verrekening die in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, tot onverschuldigde betaling? (rechtspraak Insolventierecht 2019/5)
2018
- Mag de rechtbank tot homologatie van het faillissementsakkoord overgaan? (rechtspraak Insolventierecht 2018/94)
- Heeft de huisaccountant/fiscalist een beroepsfout gemaakt bij de advisering rondom bedrijfsovername? Is sprake van schending klachtplicht en eigen schuld? (rechtspraak Insolventierecht 2018/87)
- In hoeverre is bij een doorstart in een faillissement sprake van overgang van onderneming? Kan het Smallsteps-arrest analoog worden toegepast? (rechtspraak Insolventierecht 2018/75)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (rechtspraak Insolventierecht 2018/65)
- Is de bank jegens aandeelhouder(s) van een kredietnemer aansprakelijk als buitensporige tegenprestaties bij verruiming van het (nood)krediet het faillissement van kredietnemer tot gevolg hebben? (rechtspraak Insolventierecht 2018/56)
- Is de (register)accountant die optreedt als curator onderworpen aan tuchtrechtspraak voor accountants? (rechtspraak Insolventierecht 2018/36)
- Geldt art. 57 lid 3 Fw ook als na omslag van de faillissementskosten per saldo niets aan de Ontvanger kan worden uitgekeerd? (rechtspraak Insolventierecht 2018/20)
- Is een levensverzekering een hoogstpersoonlijk recht? Kan een afkoopverbod aan de curator worden tegengeworpen? (rechtspraak Insolventierecht 2018/3)
2017
- Dispute Resolution 2017: Netherlands (in: S. Lamb (ed.), Dispute Resolution 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Is intrekking van de voorlopige surseance van betaling mogelijk? Wat is de verhouding met een buitenlandse herstructureringsprocedure? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/60 en 61, 2017/71 en 72)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/52)
- Verjaring van vordering op hoofdschuldenaar. Vraag of borgtocht op grond van art. 7:853 BW is tenietgegaan. (JOR 2017/81)
- In hoeverre bestaat causaal verband tussen onbevoegde kredietopzegging en het faillissement van kredietnemer? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/35)
- Is het overnemen van activiteiten voorafgaand aan faillissement onrechtmatig of paulianeus? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/31)
- Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/13 en 2017/14)
- Geldt het afdwingen van doorlevering van diensten gedurende de afkoelingsperiode als gestanddoening in de zin van art. 37 Fw? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/12)
- Litigation Funding 2017: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2016)
- Hebben beschikkingshandelingen van de curator, verricht na vernietiging van de faillietverklaring en voor het in kracht van gewijsde gaan daarvan, goederenrechtelijke werking? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/4)
2016
- Hoe moet een hypotheekakte worden uitgelegd met het oog op het tenietgaan van het hypotheekrecht? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 109)
- Leidt wanprestatie van de externe insolventieadviseur tot een onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers die in hun verhaal zijn benadeeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 86)
- Wanneer verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van een verificatievergadering? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/64)
- Heeft een crediteur in faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/55)
- Heeft de failliet recht op afgifte van / inzage in het proces-verbaal van een getuigenverhoor? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/43)
- Borgtochtovereenkomst. Verjaring. Nu vordering op gefailleerde en ontbonden hoofdschuldenaar niet is verjaard, is borgtocht niet geëindigd ex art. 7:853 BW (JOR 2016/101)
- Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/32)
- Hoe dient een cao-bepaling over bijzonder arbeidsvoorwaarden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever na faillissement te worden uitgelegd? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/26)
- Is een curator bevoegd tot indiening van een enqueteverzoek? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/15)
- Naar welk criterium dient het salaris van de curator na vernietiging van de faillietverklaring te worden vastgesteld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/5)
Corporate | Litigation